Ellen Feller

‘Het nieuwe werken’ in de praktijk

  • Hoe maken we medewerkers enthousiast voor ‘Het nieuwe werken’?
  • Welke afspraken maak je over werktijden als je ‘Het nieuwe werken’ invoert?
  • Wat spreken we af over de bereikbaarheid bij thuiswerken?
  • Hoe gaan we elkaar vinden als we geen vaste werkplekken meer hebben?
  • En aan wat voor type werkplekken hebben we eigenlijk behoefte?

Dit zijn vragen die spelen bij de Raad voor de Strafrechttoepassing en de Jeugdbescherming. Zij maken serieus werk van het nieuwe werken.

Aanpak

Ik start met een intakegesprek met medewerkers van de verschillende afdelingen. Per afdeling blijken er heel andere vragen te spelen. Na de intake is er een bijeenkomst met een aantal vragen voor het management. Wanneer is het traject voor jullie geslaagd? Wat is de marsroute? Waar verwachten jullie weerstand en vooral: wat moet ‘Het nieuwe werken jullie opleveren?’ Het managementteam formuleert met elkaar de antwoorden.

De vijf afdelingen komen daarna ieder in een aparte bijeenkomst bijeen. In interactieve sessies wisselen zij beelden uit over het nieuwe werken en de uitdagingen daarbij. Medewerkers maken afspraken over bereikbaarheid en beschikbaarheid. Ook ontwerpt iedere afdeling de werkplekken zoals die er idealiter bij ‘Het nieuwe werken’ uit zien.

De directeur en het hoofd van de bedrijfsvoering doen aan alle sessies actief mee. Dit zorgt voor borging van de gemaakte afspraken. Tot slot volgt de afsluitende bijeenkomst met het management. Het management kijkt terug op het traject, evalueert de resultaten en bepaalt de agenda voor de komende maanden.

Toegepaste werkvormen

De landkaart, Op een rij, Piramidediscussie, Over de streep, interactieve presentatie, opdracht werken in adviesteams, simulatie, groepsdiscussie, foto-visualisatie, Persoonlijk schild.

Resultaten

Medewerkers zien de mogelijkheden en kansen van ‘Het nieuwe werken’. Zij hebben hieraan zelf invulling gegeven, passend bij hun werkzaamheden en wensen.
Het managementteam heeft concrete afspraken gemaakt over het omgaan met plaats- en tijdonafhankelijk werken binnen organisatie. Management en medewerkers zien de nieuwe werkwijze met meer vertrouwen tegemoet.

‘Ellen is sterk betrokken vanaf de intake tot en met de evaluatie van het project. Ze kent de publieke sector goed, waardoor ze veel begrip van en inzicht heeft in de context van de deelnemers aan het project. Ze is goed geschikt voor organisatieveranderingstrajecten omdat ze op een vriendelijke manier kan spiegelen en confronteren.’

Opdrachtgever Arnaud Wirschell, adviseur PBLQ